Zoon Nelis nam het bedrijf na het overlijden van zijn vader over en vierde het 50-jarig bestaan. Er waren nog geen sociale voorzieningen of pensioen, iedereen moest zelf wat sparen en werkte door zolang men kon. Nelis had de gewoonte om de mensen een soort uitkering te geven bij wijze van pensioen, in de vorm van een rijksdaalder per week.